DIT IS WAT GAMES LEUK MAAKT

Het zou je verbazen, maar mijn leven draait niet alleen maar om games. Naast mijn aflopende stage hier bij IGN studeer ik namelijk ook filosofie. Maar dat betekent niet dat ik die twee gescheiden houd: games zijn namelijk vanuit filosofisch oogpunt hartstikke interessant. Voor mijn eindwerkstuk heb ik me dan ook maandenlang daarmee beziggehouden. In die tijd ben ik tot een conclusie gekomen: games kunnen ons ontzettend veel vertellen over hoe mensen in elkaar zitten. En nu ik hier toch zit lijkt dit me het perfecte moment om een inkijkje te geven in wat games zo bijzonder maakt van een filosofisch oogpunt.

Spelen voor je plezier

Laten we bij de open deur beginnen: meestal spelen we games voor ons plezier, maar daar is nog lang niet alles mee gezegd. Het bizarre is namelijk dat bijna niemand bewust aan plezier denkt terwijl die een game speelt. Probeer het maar eens: Baldur’s Gate 3 wordt gelijk een stuk minder leuk als je continu de vraag stelt of je het wel naar je zin hebt. Ook tijdens een potje Mario Kart ben je helemaal niet bezig met de vraag of je plezier hebt: je bent veel te druk met het inschatten van het perfecte moment om je vrienden met Red Shells te bestoken, maar dat is dan juist weer leuk.

Toch zijn de doelen die je tijdens het spelen hebt eigenlijk niet zo belangrijk. Wat maakt het uit of je een vriend daadwerkelijk met een Red Shell raakt of niet? Misschien verlies je daardoor de race, maar waarom doet dat ertoe? Er gebeurt eigenlijk niets naars als je de race verliest. Misschien ben je die vriend nu een drankje verschuldigd, maar veel erger dan dat zal het niet worden. Het leven gaat gewoon verder. Je hoort mensen vaak genoeg zeggen dat “het maar een spelletje is”. En ergens klopt dat wel - maar toch willen we niets liever dan die race winnen.

Maar wat is er dan aan de hand, als dat soort doelen tegelijkertijd zo belangrijk en onbelangrijk zijn? Die vraag vind ik echt fascinerend. En door de boeken in te duiken heb ik inmiddels ook een antwoord. Om het in één zin te zeggen: de waarde van game-doelen zit niet per sé in de doelen zelf, maar in het najagen ervan. Eigenlijk komt het neer op een stukje tegeltjeswijsheid: it’s about the journey, not the destination.

De doelen die we in games hebben zijn zo belangrijk omdat gamen op die manier leuk wordt. Je hebt misschien al eens meegemaakt dat je een game speelt, maar niet om de doelen geeft die de game je voorschotelt. Daar is meestal niks aan. Als het jou niet uitmaakt of je Hades verslaat of niet, wordt Hades ineens een stuk minder spannend. Je moet Hades juist dolgraag willen verslaan: zo haal je niet alleen voldoening uit je overwinning, maar beleef je ook veel meer plezier aan je knokpartijen in de Tartarus.

Tegelijkertijd wil je ook weer niet te veel om die game-doelen geven. Als je gamedoelen te serieus neemt, gaat het pijn doen als je die niet haalt. Dat is hoe je salty wordt. Zo krijg je al snel die ongezellige League of Legends-lobby’s en vliegt je controller door de lucht als je in Dark Souls net een keer te veel sterft.

Een spagaat van emoties

Om van games te genieten moeten we een bizarre spagaat aangaan. We moeten om hun doelen geven, maar ook weer niet te veel. Als je te weinig om die doelen geeft wordt een game al snel oninteressant, maar als je te veel om die doelen geeft wordt een game dan juist weer snel frustrerend.

Dat klinkt ingewikkeld, maar in de praktijk zijn we daar eigenlijk best goed in. Als een game goed is en bij je past, geef je eigenlijk altijd vanzelf om de doelen van de game. Dat komt door goede game design, wat op zichzelf al een hele kunstvorm is - maar als speler hoef je daar niet over na te denken. Bij goede games geven spelers dan ook vaker te veel om de doelen dan te weinig, maar ook daar hebben veel mensen een trucje voor: die relativeren de waarde van een spel als ze verliezen. “Het is maar een spelletje,” vertellen ze zichzelf dan. Maar als ze winnen staan ze daar juist niet bij stil; dan was het behalen van een game-doel juist wel weer belangrijk. Dat klinkt hartstikke inconsistent en dat is het ook, maar het werkt.

Lang verhaal kort: game-doelen zijn aan de ene kant belangrijk, maar aan de andere kant ook weer niet en door dat in te zien kun je een stuk makkelijker van games genieten.

Het is wel zo netjes als ik hierbij zeg dat ik dit niet allemaal zelf heb bedacht: mijn eindwerkstuk draait volledig om een boek van C. Thi Nguyen, die naast filosoof ook spelfanaat is. Het heet Games: Agency as Art. Het is geweldig geschreven en duikt echt de diepte in. Neem vooral een kijkje als het je wat lijkt.

Luc is redacteur geweest bij IGN Benelux. Hij heeft Persona 5 inmiddels uitgespeeld, maar is bij Super Smash Bros. nog steeds niet weg te slaan.

2024-05-03T13:06:58Z dg43tfdfdgfd