PRIMATEN MASTURBEREN AL 40 MILJOEN JAAR EN HET BIEDT (DE MANNETJES ALVAST) EVOLUTIONAIRE VOORDELEN

Uit een nieuwe studie blijkt dat masturbatie bij de primaten een zeer oude gewoonte is en dat het, voor de mannetjes althans, evolutionaire voordelen biedt. Zelfbevrediging vergroot hun kansen op nageslacht en helpt te voorkomen dat ze seksueel overdraagbare infecties oplopen. 

Masturbatie is behoorlijk algemeen in het dierenrijk maar het komt in het bijzonder erg vaak voor bij de primaten. Primaten of opperdieren zijn de groep dieren waartoe de halfapen, de apen, de mensapen en ook de mens behoren. 

Historisch werd dit gedrag beschouwd als ofwel pathologisch - ziekelijk - ofwel als een nevenproduct van seksuele opwinding en er waren te weinig opgetekende waarnemingen van om de verspreiding, de evolutionaire geschiedenis of de betekenis ervan voor het evolutionaire aanpassingsvermogen te kunnen achterhalen. 

Om een antwoord op die vragen te vinden, brachten doctor Matilda Brindle en een aantal collega's van het University College London de grootste dataset ooit verzameld samen over masturbatie bij primaten. Ze verzamelden informatie uit bijna 400 bronnen, waaronder 246 gepubliceerde wetenschappelijke studies en 150 vragenlijsten en persoonlijke mededelingen van primatologen en dierenverzorgers uit dierentuinen.

Aan de hand van die gegevens brachten de onderzoekers de verspreiding van zelfbevrediging bij de primaten in kaart, om te achterhalen wanneer en waarom het fenomeen zich ontwikkeld heeft bij zowel vrouwtjes als mannetjes. 

Lange evolutionaire geschiedenis

Het team stelde vast dat masturbatie een lange evolutionaire geschiedenis heeft bij de primaten en hoogstwaarschijnlijk al voorkwam bij de gemeenschappelijke voorouder van al de apen en mensapen - en de mens. Die voorouder leefde volgens Brindle zo'n 40 miljoen jaar geleden en zo lang vertonen apen en mensapen dit gedrag dus al. 

Het was minder duidelijk of de voorouder van de andere primaten - de halfapen zoals de lemuren, de lori's en de spookdiertjes  - masturbeerde, voornamelijk omdat er voor deze groepen minder gegevens beschikbaar waren. 

Evolutionaire voordelen

Op het eerste gezicht vormt masturbatie een probleem voor de evolutionaire theorie. Het verhoogt de overlevingskansen niet direct en het vindt, per definitie, plaats met uitsluiting van voortplantingspartners, terwijl het tijd, aandacht en energie kost. 

Om te achterhalen waarom de evolutie dit op het eerste gezicht niet-functionele gedrag zou voortbrengen, testten Brindle en haar collega's verschillende hypothesen. 

De "postcopulatie selectie hypothese" stelt dat masturbatie een succesvolle bevruchting bevordert.

Dat kan op verschillende manieren. Tn eerste kan masturbatie (zonder ejaculatie) de opwinding vergroten voor seks. Dat kan een bijzonder nuttige tactiek zijn voor mannetjes die laag in de rangorde staan. Die lopen veel kans gestoord te worden tijdens het paren en masturbatie zonder klaar te komen kan hen helpen tijdens de paring sneller te ejaculeren en de paring dus toch succesvol af te ronden.

Ten tweede laat masturbatie (met ejaculatie) mannetjes toe inferieur sperma kwijt te raken, zodat vers sperma van hoge kwaliteit beschikbaar komt voor de paring. Dergelijk sperma heeft meer kans om het te halen van sperma van andere mannetjes.

De onderzoekers vonden steun voor deze hypothese aangezien ze konden aantonen dat masturbatie bij mannetjes samen geëvolueerd was met systemen waarbij verschillende mannetjes met hetzelfde vrouwtje paren. In dergelijke systemen is de competitie tussen de mannetjes onderling - en hun sperma - groot. 

De "vermijding van ziekteverwekkers hypothese" stelt voor dat masturbatie bij mannetjes de kans vermindert om een seksueel overdraagbare infectie op te lopen na de paring. Dat gebeurt door de urinebuis - een belangrijke toegangsweg voor veel seksueel overdraagbare infecties - schoon te maken met ejaculaat dat verkregen is door masturbatie.

Het team vond ook aanwijzingen die deze hypothese ondersteunen. Het kon aantonen dat masturbatie bij mannetjes samen evolueerde met een hoge lading aan seksueel overdraagbare infecties doorheen de afstammingsboom van de primaten. 

Minder gegevens over vrouwtjes

Het belang van masturbatie bij vrouwtjes blijft minder duidelijk. Hoewel zelfbevrediging ook bij hen vaak voorkomt, zijn er minder verslagen die het fenomeen beschrijven en dat maakt dat er minder diepgaande statistische analyses uitgevoerd kunnen worden. 

Het team stelt dat er meer gegevens over het seksuele gedrag van vrouwtjes nodig zijn om de evolutionaire rol van masturbatie bij vrouwtjes beter te begrijpen. 

"Onze bevindingen helpen meer inzicht te krijgen in een zeer wijdverspreid maar slecht begrepen seksueel gedrag en ze betekenen een belangrijke stap vooruit in ons begrip van de functies van masturbatie. 

"Het feit dat 'autoseksueel' gedrag een evolutionaire aanpassing kan zijn, dat het alomtegenwoordig is in de orde van de primaten en vertoond wordt door leden van beide geslachten in het wild en in gevangenschap, toont aan dat masturbatie deel uitmaakt van een repertoire van gezonde seksuele gedragingen",  zei hoofdonderzoeker Brindle. 

De studie van Matilda Brindle en haar UCL-collega's is gepubliceerd in Proceedings of the Royal Society B: Biological Sciences. Dit artikel is gebaseerd op een persbericht van het University College London. 

2023-06-08T17:37:22Z dg43tfdfdgfd